Summary
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. operador:
  2. Wiktionary:


Spanish

Detailed Translations for operador from Spanish to Dutch

operador:

operador [el ~] nomen

  1. el operador (explotador)
    de operateur
  2. el operador
    de operator

Translation Matrix for operador:

NounRelated TranslationsOther Translations
operateur explotador; operador
operator operador

Related Words for "operador":


Synonyms for "operador":


Wiktionary Translations for operador:

operador
noun
  1. (wiskunde, nld) symbool waarmee een functie wordt aangeduid die een bepaalde bewerking uitvoert op één of meer operanden
  2. bedieningsvakman voor grote technische installaties in allerlei fabrieken e.d., in het bijzonder in de procesindustrie

Related Translations for operador