Interglot - "origen" translated from Spanish to Dutch

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

origen:
- herkomst; origine; afkomst; afstamming; komaf; oorsprong; bakermat; bron; rivierbron; gevolg; teweegbrengen; teweegbrenging; veroorzaking; gegevensbron; bronvoorziening
Wiktionary:
- origen → afkomst, herkomst, oorsprong
- origen → herkomst, afkomst, oorsprong, bron

Spanish

Detailed Translations for origen from Spanish to Dutch

el origen (descendencia; procedencia; derivación)
de herkomst; de origine; de afkomst; de afstamming; de komaf
- herkomst [de ~ (v)] nomen
- origine [de ~ (v)] nomen
- afkomst [de ~ (v)] nomen
- afstamming [de ~ (v)] nomen
- komaf [de ~ (m)] nomen
el origen (cuna; patria)
de oorsprong; de bakermat
- oorsprong [de ~ (m)] nomen
- bakermat [de ~] nomen
el origen (fuente del río; fuente; desarrollo; formación; derivación; filiación)
de bron; rivierbron
- bron [de ~] nomen
- rivierbron [znw.] nomen
el origen (provocación)
het gevolg; teweegbrengen; teweegbrenging
- gevolg [het ~] nomen
- teweegbrengen [znw.] nomen
- teweegbrenging [znw.] nomen
el origen (causa; razón; motivo)
veroorzaking
- veroorzaking [znw.] nomen
el origen (origen de datos)
de bron; gegevensbron
- bron [de ~] nomen
- gegevensbron
el origen
de bron
- bron [de ~] nomen
el origen
de oorsprong
- oorsprong [de ~ (m)] nomen
el origen (proveedor de origen)
bronvoorziening
- bronvoorziening

Noun	Related Translations	Other Translations
afkomst	derivación; descendencia; origen; procedencia
afstamming	derivación; descendencia; origen; procedencia	filiación
bakermat	cuna; origen; patria	cuna; lugar de nacimiento; lugar natal; patria; país natal; suelo patrio; tierra madre; tierra natal
bron	derivación; desarrollo; filiación; formación; fuente; fuente del río; origen; origen de datos	canal de desagüe; canalón; desagüe; drenaje; fuente; fuente de informaciones; fuente de informes; fuente de inspiración; hoyo; manantial; manantial de agua; pozo de agua; recurso; tubería; tubo de desagüe; tubo de evacuación; vaciado
gevolg	origen; provocación	atender; consecuencia; cort reál; corte; cumplir; efecto; resultado
herkomst	derivación; descendencia; origen; procedencia
komaf	derivación; descendencia; origen; procedencia
oorsprong	cuna; origen; patria
origine	derivación; descendencia; origen; procedencia
rivierbron	derivación; desarrollo; filiación; formación; fuente; fuente del río; origen
teweegbrengen	origen; provocación
teweegbrenging	origen; provocación
veroorzaking	causa; motivo; origen; razón
Verb	Related Translations	Other Translations
teweegbrengen		causar; motivar; ocasionar; originar; producir; provocar
Not Specified	Related Translations	Other Translations
bronvoorziening	origen; proveedor de origen
gegevensbron	origen; origen de datos	origen de datos

origen

noun

de familie waarvan je afstamt
- afkomst → origen
de afkomst, waar iets vandaan komt
- herkomst → descendencia; origen; procedencia; proveniencia
herkomst
- oorsprong → origen

Cross Translation:

From	To	Via
• origen	→ herkomst; afkomst	↔ descent — lineage or hereditary derivation
• origen	→ oorsprong; herkomst	↔ origin — beginning of something
• origen	→ oorsprong	↔ origin — source of a river, information, goods, etc.
• origen	→ oorsprong; afkomst; herkomst	↔ origin — ancestry
• origen	→ bron	↔ Quelle — Ursprung von etwas Bestimmten
• origen	→ afkomst; herkomst; oorsprong	↔ origine — commencement.