Interglot - "querer decir" translated from Spanish to Dutch

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

querer decir:
- bedoelen; ergens iets mee willen zeggen; beduiden; menen; van mening zijn; willen zeggen
Wiktionary:
- querer decir → bedoelen
- querer decir → willen zeggen, betekenen, bedoelen, beogen, mikken

Spanish

Detailed Translations for querer decir from Spanish to Dutch

querer decir (pretender; referirse a; tener la intención de)
bedoelen; ergens iets mee willen zeggen
- bedoelen verb (bedoel, bedoelt, bedoelde, bedoelden, bedoeld)
- ergens iets mee willen zeggen verb
querer decir (significar)
beduiden
- beduiden verb (beduid, beduidt, beduidde, beduidden, beduid)
querer decir (opinar; pretender; referirse)
menen; van mening zijn
- menen verb (meen, meent, meende, meenden, gemeend)
- van mening zijn verb (ben van mening, bent van mening, was van mening, waren van mening, van mening geweest)
querer decir
willen zeggen
- willen zeggen verb

Verb	Related Translations	Other Translations
bedoelen	pretender; querer decir; referirse a; tener la intención de	tener como fin de; tener como objetivo
beduiden	querer decir; significar
ergens iets mee willen zeggen	pretender; querer decir; referirse a; tener la intención de
menen	opinar; pretender; querer decir; referirse
van mening zijn	opinar; pretender; querer decir; referirse	abogar por; defender; estar a favor de; propugnar
willen zeggen	querer decir

querer decir

verb

met een woord of toespeling iets of iemand aanduiden of proberen aan te duiden
- bedoelen → querer decir

Cross Translation:

From	To	Via
• querer decir	→ willen zeggen; betekenen; bedoelen	↔ mean — to convey, indicate
• querer decir	→ bedoelen; willen zeggen	↔ mean — to signify
• querer decir	→ bedoelen; beogen; mikken	↔ viser — Traductions à trier suivant le sens