Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Translate recaudador

Translate recaudador from Spanish to Dutch

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

recaudador:
- ontvanger; hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; recipiënt; incasseerder; inner

Spanish

Detailed Translations for recaudador from Spanish to Dutch

recaudador:

recaudador [el ~] nomen

el recaudador (destinatario)
de ontvanger; hij die ontvangt
- ontvanger [de ~ (m)] nomen
- hij die ontvangt [znw.] nomen
el recaudador (destinatario)
de ontvanger; iemand aan wie iets gegeven wordt
- ontvanger [de ~ (m)] nomen
- iemand aan wie iets gegeven wordt [znw.] nomen
el recaudador (consignatario; destinatario)
de ontvanger; de recipiënt
- ontvanger [de ~ (m)] nomen
- recipiënt [de ~ (m)] nomen
el recaudador (cobrador; cajero; colector)
de incasseerder; inner
- incasseerder [de ~ (m)] nomen
- inner [znw.] nomen

Translation Matrix for recaudador:

Noun	Related Translations	Other Translations
hij die ontvangt	destinatario; recaudador
iemand aan wie iets gegeven wordt	destinatario; recaudador
incasseerder	cajero; cobrador; colector; recaudador
inner	cajero; cobrador; colector; recaudador
ontvanger	consignatario; destinatario; recaudador	destinatario
recipiënt	consignatario; destinatario; recaudador

Related Words for "recaudador":

recaudadores, recaudadora, recaudadoras

Synonyms for "recaudador":

colector; recolector; cobrador
habilitado; gestor; apoderado

Related Translations for recaudador

recaudador municipal