Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Translate reflector

Translate reflector from Spanish to Dutch

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

reflector:
- schijnwerper; sterke lamp; spotlight; zoeklicht; reflector; verstraler
Wiktionary:
- reflector → koplamp
- reflector → koplamp, lichtbak, reflector, lichttoren

Spanish

Detailed Translations for reflector from Spanish to Dutch

reflector:

reflector [el ~] nomen

el reflector (proyector)
de schijnwerper; sterke lamp
- schijnwerper [de ~ (m)] nomen
- sterke lamp [znw.] nomen
el reflector (proyector)
het spotlight; het zoeklicht
- spotlight [het ~] nomen
- zoeklicht [het ~] nomen
el reflector
de reflector
- reflector [de ~ (m)] nomen
el reflector (foco)
de verstraler
- verstraler [de ~ (m)] nomen

Translation Matrix for reflector:

Noun	Related Translations	Other Translations
reflector	reflector
schijnwerper	proyector; reflector
spotlight	proyector; reflector
sterke lamp	proyector; reflector
verstraler	foco; reflector
zoeklicht	proyector; reflector
Not Specified	Related Translations	Other Translations
reflector	reflector

Related Words for "reflector":

reflectores, reflectora, reflectoras

Synonyms for "reflector":

farol; lámpara; linterna; fanal; farola; lamparilla; candil; foco; quinqué; faro; vela; aplique; flexo; bombilla

Wiktionary Translations for reflector:

reflector

noun

een witte of gele lamp aan de voorzijde van een voertuig
- koplamp → faro; reflector

Cross Translation:

From	To	Via
• reflector	→ koplamp; lichtbak; reflector; lichttoren	↔ phare — Projecteur éclairant la route d’un véhicule.