Interglot - "emmerdement" translated from French to Dutch

Summary

French to Dutch: more detail...

emmerdement:
- gechicaneer; gezeur; gedram; gezanik; gemekker; rottigheid; narigheid; trammelant; gelazer

French

Detailed Translations for emmerdement from French to Dutch

l'emmerdement (engueulades)
het gechicaneer
- gechicaneer [het ~] nomen
l'emmerdement (embêtements; ennuis; histoires; jérémiades)
het gezeur; het gedram; het gezanik
- gezeur [het ~] nomen
- gedram [het ~] nomen
- gezanik [het ~] nomen
l'emmerdement (emmerdes; pagaille; histoires; jérémiades; embêtements; chinoiseries)
het gezeur; het gemekker; het gezanik
- gezeur [het ~] nomen
- gemekker [het ~] nomen
- gezanik [het ~] nomen
l'emmerdement
de rottigheid
- rottigheid [de ~ (v)] nomen
l'emmerdement (ennuis; difficulté; emmerdements)
de narigheid; de trammelant; het gelazer
- narigheid [de ~ (v)] nomen
- trammelant [de ~ (m)] nomen
- gelazer [het ~] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
gechicaneer	emmerdement; engueulades
gedram	embêtements; emmerdement; ennuis; histoires; jérémiades
gelazer	difficulté; emmerdement; emmerdements; ennuis
gemekker	chinoiseries; embêtements; emmerdement; emmerdes; histoires; jérémiades; pagaille	bêlement; doléances; gémissement; lamentations; plainte; plaintes; rabâchage
gezanik	chinoiseries; embêtements; emmerdement; emmerdes; ennuis; histoires; jérémiades; pagaille
gezeur	chinoiseries; embêtements; emmerdement; emmerdes; ennuis; histoires; jérémiades; pagaille	lamentations; plaintes; rabâchage; tripotage
narigheid	difficulté; emmerdement; emmerdements; ennuis	difficulté; désagrément; embarras; ennui; inconvénient; peine; pétrin
rottigheid	emmerdement
trammelant	difficulté; emmerdement; emmerdements; ennuis

External Machine Translations:

Remove Ads