Summary
French to Dutch: more detail...
- dehors:
-
Wiktionary:
- dehors → buiten, daarbuiten, uiterlijk
- dehors → buiten
-
User Contributed Translations for dehors:
- naar buiten
French
Detailed Translations for dehors from French to Dutch
dehors:
-
dehors (hors de la maison; en dehors de; au grand air; en plein air; à la campagne; à l'extérieur de)
-
dehors
-
dehors (dans la nature; en campagne; à la campagne; à l'extérieur)
-
le dehors (côté extérieur; extérieur; face externe)
-
le dehors (air de quelqu'un; apparence; extérieur; physique; aspect)
de verschijning; het uiterlijk; het voorkomen; de gedaante; iemand zijn uiterlijk; de vorm; het vertoon; de buitenkant; het aangezicht
Translation Matrix for dehors:
Synonyms for "dehors":
User Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
dehors | naar buiten | 4 |
External Machine Translations: