Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. petit chenapan:
  2. Wiktionary:


French

Detailed Translations for petit chenapan from French to Dutch

petit chenapan:

petit chenapan [le ~] nomen

  1. le petit chenapan (bruyant; instigateur; meneur; tapageur; meneuse)
    de belhamel; raddraaister; de raddraaier
  2. le petit chenapan (instigateur; fondateur; créateur; )
    de instigator; de aanzetter; de aanstichter; opstoker

Translation Matrix for petit chenapan:

NounRelated TranslationsOther Translations
aanstichter agitateur; créateur; fondateur; initiateur; instigateur; meneur; petit chenapan; provocateur créateur; fondateur; initiateur; initiatrice; instigateur; promoteur
aanzetter agitateur; créateur; fondateur; initiateur; instigateur; meneur; petit chenapan; provocateur
belhamel bruyant; instigateur; meneur; meneuse; petit chenapan; tapageur
instigator agitateur; créateur; fondateur; initiateur; instigateur; meneur; petit chenapan; provocateur
opstoker agitateur; créateur; fondateur; initiateur; instigateur; meneur; petit chenapan; provocateur agitateur; meneur; perturbateur; provocateur
raddraaier bruyant; instigateur; meneur; meneuse; petit chenapan; tapageur
raddraaister bruyant; instigateur; meneur; meneuse; petit chenapan; tapageur

Wiktionary Translations for petit chenapan:

petit chenapan
noun
  1. een scheldwoord dat (vooral vroeger) gebruikt werd voor kinderen die kattenkwaad uithaalden

Related Translations for petit chenapan