Interglot - "territoire" translated from French to Dutch

Remove Ads

Summary

French to Dutch: more detail...

territoire:
- gebied; plaats; regio; streek; landstreek; gouw; gewest; oord; grondgebied; terrein; territorium; erf; gebiedsdeel; rijksdeel; rijksgedeelte
Wiktionary:
- territoire → ban, gebied, grondgebied, territoir, territorium
- territoire → grond, grondgebied, territorium

French

Detailed Translations for territoire from French to Dutch

territoire:

territoire [le ~] nomen

le territoire (contrée; région; département; domaine; province; district)
het gebied; de plaats; de regio; de streek; de landstreek; de gouw; het gewest; het oord
- gebied [het ~] nomen
- plaats [de ~] nomen
- regio [de ~] nomen
- streek [de ~] nomen
- landstreek [de ~] nomen
- gouw [de ~] nomen
- gewest [het ~] nomen
- oord [het ~] nomen
le territoire (terrain; emplacement; rayon; zone; domaine; région; site; champ; jardin; enclos; jardin ouvrier; jardin familial)
het grondgebied; het terrein; het territorium; het erf
- grondgebied [het ~] nomen
- terrein [het ~] nomen
- territorium [het ~] nomen
- erf [het ~] nomen
le territoire (domaine; région; zone)
het gebiedsdeel
- gebiedsdeel [het ~] nomen
le territoire
het rijksdeel
- rijksdeel [het ~] nomen
le territoire (territoire d'un pays; domaine; terrain)
rijksgedeelte
- rijksgedeelte [znw.] nomen

Translation Matrix for territoire:

Noun	Related Translations	Other Translations
erf	champ; domaine; emplacement; enclos; jardin; jardin familial; jardin ouvrier; rayon; région; site; terrain; territoire; zone	basse-cour; enclos
gebied	contrée; district; domaine; département; province; région; territoire	arrondissement; circonscription; contrée; district; domaine; département; emplacement; emplacement de navigation; lot; lotissement; parcelle; parcelle de terrain; province; région; secteur; section; terrain; terrain à bâtir; territoire national; zone; étendue
gebiedsdeel	domaine; région; territoire; zone
gewest	contrée; district; domaine; département; province; région; territoire	contrée; district; domaine; département; province; région; territoire national
gouw	contrée; district; domaine; département; province; région; territoire
grondgebied	champ; domaine; emplacement; enclos; jardin; jardin familial; jardin ouvrier; rayon; région; site; terrain; territoire; zone
landstreek	contrée; district; domaine; département; province; région; territoire
oord	contrée; district; domaine; département; province; région; territoire	contrée; province; région; zone
plaats	contrée; district; domaine; département; province; région; territoire	endroit; lieu; place; site
regio	contrée; district; domaine; département; province; région; territoire	arrondissement; circonscription; contrée; domaine; département; province; région; secteur; section; zone; zone de cache
rijksdeel	territoire
rijksgedeelte	domaine; terrain; territoire; territoire d'un pays
streek	contrée; district; domaine; département; province; région; territoire	arrondissement; circonscription; contrée; domaine; drôlerie; département; leurre; niche; piège; province; ruse; région; secteur; section; terrain; tour; zone
terrein	champ; domaine; emplacement; enclos; jardin; jardin familial; jardin ouvrier; rayon; région; site; terrain; territoire; zone	arrondissement; circonscription; contrée; domaine; lot; lotissement; parcelle; parcelle de terrain; province; région; secteur; section; terrain; terrain à bâtir; zone
territorium	champ; domaine; emplacement; enclos; jardin; jardin familial; jardin ouvrier; rayon; région; site; terrain; territoire; zone	aire; arrondissement; circonscription; contrée; domaine; province; région; secteur; section; terrain; zone

Synonyms for "territoire":

province; région; généralité; division; circonscription; pays; contrée; terroir; coin; zone; endroit; lieu; parage

Wiktionary Translations for territoire:

territoire

noun

étendue de terre plus ou moins précisément délimitée.
- territoire → ban; gebied; grondgebied; territoir; territorium

Cross Translation:

From	To	Via
• territoire	→ grond	↔ soil — country or territory
• territoire	→ grondgebied; territorium	↔ territory — large tract of land

External Machine Translations:

Related Translations for territoire

Remove Ads

Translate territoire from French to Dutch

Detailed Translations for territoire from French to Dutch

territoire:

territoire [le ~] nomen

le territoire (contrée; région; département; domaine; province; district)

le territoire (terrain; emplacement; rayon; zone; domaine; région; site; champ; jardin; enclos; jardin ouvrier; jardin familial)

le territoire (domaine; région; zone)

le territoire

le territoire (territoire d'un pays; domaine; terrain)

Translation Matrix for territoire:

Synonyms for "territoire":

Wiktionary Translations for territoire:

Related Translations for territoire