Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. antipathie:
  2. Wiktionary:
Dutch to French:   more detail...
  1. antipathie:
  2. Wiktionary:


French

Detailed Translations for antipathie from French to Dutch

antipathie:

antipathie [la ~] nomen

  1. l'antipathie (aversion; répugnance; répulsion)
    de antipathie; de aversie; de afkeer; de tegenzin; de hekel; de weerzin

Translation Matrix for antipathie:

NounRelated TranslationsOther Translations
afkeer antipathie; aversion; répugnance; répulsion aversion; haine
antipathie antipathie; aversion; répugnance; répulsion
aversie antipathie; aversion; répugnance; répulsion
hekel antipathie; aversion; répugnance; répulsion
tegenzin antipathie; aversion; répugnance; répulsion
weerzin antipathie; aversion; répugnance; répulsion aversion; dégoût; répulsion

Synonyms for "antipathie":


Wiktionary Translations for antipathie:

antipathie
noun
  1. Aversion, répugnance naturelle et non raisonnée pour quelqu’un, pour quelque chose



Dutch

Detailed Translations for antipathie from Dutch to French

antipathie:

antipathie [de ~ (v)] nomen

  1. de antipathie (aversie; afkeer; tegenzin; hekel; weerzin)
    l'aversion; la répugnance; la répulsion; l'antipathie

Translation Matrix for antipathie:

NounRelated TranslationsOther Translations
antipathie afkeer; antipathie; aversie; hekel; tegenzin; weerzin
aversion afkeer; antipathie; aversie; hekel; tegenzin; weerzin afgrijzen; afkeer; afstoten; gruwen; haat; onwil; walging; weerspannigheid; weerzin
répugnance afkeer; antipathie; aversie; hekel; tegenzin; weerzin afstotelijkheid; drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
répulsion afkeer; antipathie; aversie; hekel; tegenzin; weerzin afgrijzen; afstotelijkheid; afstoten; gruwen; walging; weerzin

Wiktionary Translations for antipathie:

antipathie
noun
  1. Aversion, répugnance naturelle et non raisonnée pour quelqu’un, pour quelque chose