French

Detailed Translations for continue from French to Dutch

continué:

continué adj

  1. continué (avoir continué)
  2. continué (à suivre)
  3. continué

Translation Matrix for continué:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
doorgegaan avoir continué; continué
ermee doorgegaan continué
voortgezet continué; à suivre

continuer:

continuer verb (continue, continues, continuons, continuez, )

  1. continuer (persister; se continuer; se poursuivre; durer)
    continueren; doorgaan; voortzetten; vervolgen; aanhouden; voortgaan; verdergaan
    • continueren verb (continueer, continueert, continueerde, continueerden, gecontinueerd)
    • doorgaan verb (ga door, gaat door, ging door, gingen door, doorgegaan)
    • voortzetten verb (zet voort, zette voort, zetten voort, voortgezet)
    • vervolgen verb (vervolg, vervolgt, vervolgde, vervolgden, vervolgd)
    • aanhouden verb (houd aan, houdt aan, hield aan, hielden aan, aangehouden)
    • voortgaan verb (ga voort, gaat voort, ging voort, gingen voort, voortgegaan)
    • verdergaan verb (ga verder, gaat verder, ging verder, gingen verder, verder gegaan)
  2. continuer (poursuivre; prolonger)
    continueren; doorgaan; voortzetten; verdergaan; vervolgen; prolongeren
    • continueren verb (continueer, continueert, continueerde, continueerden, gecontinueerd)
    • doorgaan verb (ga door, gaat door, ging door, gingen door, doorgegaan)
    • voortzetten verb (zet voort, zette voort, zetten voort, voortgezet)
    • verdergaan verb (ga verder, gaat verder, ging verder, gingen verder, verder gegaan)
    • vervolgen verb (vervolg, vervolgt, vervolgde, vervolgden, vervolgd)
    • prolongeren verb (prolongeer, prolongeert, prolongeerde, prolongeerden, geprolongeerd)
  3. continuer (poursuivre; persister; avancer; )
    verdergaan; voortgaan; doorlopen; verder lopen; avanceren
    • verdergaan verb (ga verder, gaat verder, ging verder, gingen verder, verder gegaan)
    • voortgaan verb (ga voort, gaat voort, ging voort, gingen voort, voortgegaan)
    • doorlopen verb (loop door, loopt door, liep door, liepen door, doorgelopen)
    • verder lopen verb (loop verder, loopt verder, liep verder, liepen verder, verder gelopen)
    • avanceren verb (avanceer, avanceert, avanceerde, avanceerden, geavanceerd)
  4. continuer (exercer en guise d'activité secondaire; poursuivre)
    verder doen; daarnaast doen
  5. continuer (persévérer; persister; supporter; )
    volhouden; doorzetten; standhouden; doorgaan; volharden
    • volhouden verb (houd vol, houdt vol, hield vol, hielden vol, volgehouden)
    • doorzetten verb (zet door, zette door, zetten door, doorgezet)
    • standhouden verb (houd stand, houdt stand, hield stand, hielden stand, standgehouden)
    • doorgaan verb (ga door, gaat door, ging door, gingen door, doorgegaan)
    • volharden verb (volhard, volhardt, volhardde, volhardden, volhard)
  6. continuer (endurer; tenir le coup; tenir; )
    dragen; volhouden; verdragen; doorstaan; uithouden; verduren; uitzingen; dulden; harden
    • dragen verb (draag, draagt, droeg, droegen, gedragen)
    • volhouden verb (houd vol, houdt vol, hield vol, hielden vol, volgehouden)
    • verdragen verb (verdraag, verdraagt, verdroeg, verdroegen, verdragen)
    • doorstaan verb (doorsta, doorstaat, doorstond, doorstonden, doorgestaan)
    • uithouden verb (houd uit, houdt uit, hield uit, hielden uit, uitgehouden)
    • verduren verb (verduur, verduurt, verduurde, verduurden, verduurd)
    • uitzingen verb (zing uit, zingt uit, zong uit, zongen uit, uitgezongen)
    • dulden verb (duld, duldt, duldde, duldden, geduld)
    • harden verb (hard, hardt, hardde, hardden, gehard)
  7. continuer (durer; persister; endurer; )
    voortduren; aanhouden; voortbestaan
    • voortduren verb (duur voort, duurt voort, duurde voort, duurden voort, voortgeduurd)
    • aanhouden verb (houd aan, houdt aan, hield aan, hielden aan, aangehouden)
    • voortbestaan verb (besta voort, bestaat voort, bestond voort, bestonden voort, voortbestaan)
  8. continuer (avancer; laisser continuer; poursuivre; faire durer)
    verdergaan; een stapje verder gaan

Conjugations for continuer:

Présent
  1. continue
  2. continues
  3. continue
  4. continuons
  5. continuez
  6. continuent
imparfait
  1. continuais
  2. continuais
  3. continuait
  4. continuions
  5. continuiez
  6. continuaient
passé simple
  1. continuai
  2. continuas
  3. continua
  4. continuâmes
  5. continuâtes
  6. continuèrent
futur simple
  1. continuerai
  2. continueras
  3. continuera
  4. continuerons
  5. continuerez
  6. continueront
subjonctif présent
  1. que je continue
  2. que tu continues
  3. qu'il continue
  4. que nous continuions
  5. que vous continuiez
  6. qu'ils continuent
conditionnel présent
  1. continuerais
  2. continuerais
  3. continuerait
  4. continuerions
  5. continueriez
  6. continueraient
passé composé
  1. ai continué
  2. as continué
  3. a continué
  4. avons continué
  5. avez continué
  6. ont continué
divers
  1. continue!
  2. continuez!
  3. continuons!
  4. continué
  5. continuant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Translation Matrix for continuer:

NounRelated TranslationsOther Translations
aanhouden obstination; persistance; persévérance; ténacité
harden durcissement
voortbestaan survie
voortduren continuation; persistance
VerbRelated TranslationsOther Translations
aanhouden continuer; durer; endurer; persister; persévérer; résister; se continuer; se poursuivre; subsister; supporter; tenir jusqu'au bout; tenir le coup arrêter; attraper; capturer; enchaîner; faire prisonnier; imposer; insister sur qc; mettre en état d'arrestation; mettre sous les verrous; pousser; prendre; presser; saisir; écrouer
avanceren avancer; continuer; devoir continuer; marcher plus loin; persister; poursuivre; se prolonger favoriser; promouvoir; promouvoir quelque chose
continueren continuer; durer; persister; poursuivre; prolonger; se continuer; se poursuivre
daarnaast doen continuer; exercer en guise d'activité secondaire; poursuivre
doorgaan continuer; durer; endurer; entretenir; faire durer; laisser continuer; persister; persévérer; poursuivre; prolonger; résister; se continuer; se poursuivre; supporter; tenir jusqu'au bout; tenir le coup
doorlopen avancer; continuer; devoir continuer; marcher plus loin; persister; poursuivre; se prolonger
doorstaan continuer; endurer; maintenir; persister; persévérer; subir; supporter; tenir; tenir jusqu'au bout; tenir le coup débourser; dépenser; endurer; se consommer; souffrir; soutenir; subir; supporter; tenir le coup; tolérer; traverser
doorzetten continuer; endurer; entretenir; faire durer; laisser continuer; persister; persévérer; résister; supporter; tenir jusqu'au bout; tenir le coup continuer à pousser; persévérer
dragen continuer; endurer; maintenir; persister; persévérer; subir; supporter; tenir; tenir jusqu'au bout; tenir le coup appuyer; arc-bouter; avoir mis; boiser; consolider; fortifier; porter; soutenir; épauler; étayer
dulden continuer; endurer; maintenir; persister; persévérer; subir; supporter; tenir; tenir jusqu'au bout; tenir le coup admettre; agréer; approuver; autoriser; concéder; consentir; consentir à; déclarer bon; endurer; laisser; permettre; souffrir; supporter; tolérer
een stapje verder gaan avancer; continuer; faire durer; laisser continuer; poursuivre
harden continuer; endurer; maintenir; persister; persévérer; subir; supporter; tenir; tenir jusqu'au bout; tenir le coup durcir; entraîner; former; instruire; tremper; éduquer
prolongeren continuer; poursuivre; prolonger prolonger
standhouden continuer; endurer; entretenir; faire durer; laisser continuer; persister; persévérer; résister; supporter; tenir jusqu'au bout; tenir le coup se maintenir; tenir bon; tenir ferme; tenir le choc; tenir le coup
uithouden continuer; endurer; maintenir; persister; persévérer; subir; supporter; tenir; tenir jusqu'au bout; tenir le coup
uitzingen continuer; endurer; maintenir; persister; persévérer; subir; supporter; tenir; tenir jusqu'au bout; tenir le coup
verder doen continuer; exercer en guise d'activité secondaire; poursuivre
verder lopen avancer; continuer; devoir continuer; marcher plus loin; persister; poursuivre; se prolonger
verdergaan avancer; continuer; devoir continuer; durer; faire durer; laisser continuer; marcher plus loin; persister; poursuivre; prolonger; se continuer; se poursuivre; se prolonger
verdragen continuer; endurer; maintenir; persister; persévérer; subir; supporter; tenir; tenir jusqu'au bout; tenir le coup débourser; dépenser; endurer; se consommer; souffrir; soutenir; subir; supporter; tenir le coup; tolérer; traverser
verduren continuer; endurer; maintenir; persister; persévérer; subir; supporter; tenir; tenir jusqu'au bout; tenir le coup débourser; dépenser; endurer; se consommer; souffrir; soutenir; subir; supporter; tenir le coup; tolérer; traverser
vervolgen continuer; durer; persister; poursuivre; prolonger; se continuer; se poursuivre actionner; chercher d'obtenir; condamner; essyer d'obtenir; juger; poursuivre; tenter d'obtenir; tâcher d'obtenir
volharden continuer; endurer; entretenir; faire durer; laisser continuer; persister; persévérer; résister; supporter; tenir jusqu'au bout; tenir le coup
volhouden continuer; endurer; entretenir; faire durer; laisser continuer; maintenir; persister; persévérer; résister; subir; supporter; tenir; tenir jusqu'au bout; tenir le coup
voortbestaan continuer; durer; endurer; persister; persévérer; résister; subsister; supporter; tenir jusqu'au bout; tenir le coup
voortduren continuer; durer; endurer; persister; persévérer; résister; subsister; supporter; tenir jusqu'au bout; tenir le coup
voortgaan avancer; continuer; devoir continuer; durer; marcher plus loin; persister; poursuivre; se continuer; se poursuivre; se prolonger
voortzetten continuer; durer; persister; poursuivre; prolonger; se continuer; se poursuivre

Synonyms for "continuer":


Wiktionary Translations for continuer:

continuer continuer
verb
  1. voortzetten
  2. niet stoppen
  3. voortzetten, doorgaan met
  4. een handeling voortzetten of de draad opnieuw opnemen
  5. (overgankelijk) iets langer laten duren

Cross Translation:
FromToVia
continuer verdergaan; voortzetten; doorgaan continue — transitive: proceed
continuer herbeginnen; voortzetten; verdergaan continue — intransitive: resume
continuer doorgaan go on — continue
continuer hervatten; voortzetten resume — start something again that has been stopped or paused
continuer verdergaan fortsetzen — etw. Begonnenes weiterführen, weiterverfolgen

Related Translations for continue



Dutch

Detailed Translations for continue from Dutch to French

continue:


Translation Matrix for continue:

NounRelated TranslationsOther Translations
permanent vrijgestelde
ModifierRelated TranslationsOther Translations
constamment aldoor; almaar; altijddurend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend aanhoudend; altijd; bestendig; constant; continu; doorlopend; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; permanent; standvastig; steeds; vasthoudend; volhardend; voortdurend
constant altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig aanhoudend; altijd; bestendig; blijvend; constant; continu; doorlopend; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onveranderlijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; permanent; standvastig; steeds; vasthoudend; volhardend; voortdurend
continu altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig aanhoudend; altijd; bestendig; constant; continu; doorgaand; doorlopend; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend
continuel aaneengesloten; aanhoudend; altijddurend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend aanhoudend; altijd; bestendig; blijvend; constant; continu; doorgaand; doorlopend; gelijkmatig; gestaag; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; permanent; steeds; voortdurend
continuelle aaneengesloten; aanhoudend; altijddurend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend aanhoudend; altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend
continuellement aaneengesloten; aanhoudend; altijddurend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend aanhoudend; altijd; constant; continu; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; onvermoeid; permanent; steeds; uitentreuren; voortdurend
incessant aaneengesloten; aanhoudend; altijddurend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend aanhoudend; altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend
ininterrompu aaneengesloten; aanhoudend; altijddurend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend aanhoudend; altijd; constant; continu; doorgaand; doorlopend; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend
permanent aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend altijd; bestendig; blijvend; constant; continu; definitief; doorgaand; doorlopend; immer; onophoudelijk; onveranderlijk; onvermoeibaar; permanent; steeds; vastgesteld; vaststaand; voortdurend
perpétuellement aaneengesloten; aanhoudend; altijddurend; constant; continu; continue; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; uitentreuren; voortdurend
sans cesse aaneengesloten; aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; constant; continu; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend aanhoudend; altijd; constant; continu; doorlopend; immer; niet aflatend; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; permanent; steeds; steeds opnieuw; voortdurend
sans interruption aldoor; almaar; altijddurend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend aanhoudend; altijd; constant; continu; doorgaand; doorlopend; immer; onafgebroken; onafgelaten; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; ononderbroken; onophoudelijk; onverstoord; permanent; steeds; voortdurend; vrijuit; zonder onderbreking
sans relâche altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig aanhoudend; altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onrustig; permanent; roerig; rusteloos; steeds; voortdurend; woelig
toujours altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig altijd; constant; continu; doorlopend; immer; immermeer; onophoudelijk; permanent; steeds; steevast; voortdurend
tout le temps aldoor; almaar; altijddurend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend altijd; constant; continu; de hele tijd; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend
éternellement altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig altijd; altijddurend; constant; continu; doorlopend; eeuwig; eeuwigdurend; eindeloos; ellenlang; immer; oneindig; onophoudelijk; ontzettend lang; onvergankelijk; permanent; steeds; voortdurend; waar geen eind aan komt; zonder einde

Related Words for "continue":


continu:


Translation Matrix for continu:

NounRelated TranslationsOther Translations
permanent vrijgestelde
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- steeds; voortdurend
AdverbRelated TranslationsOther Translations
- aldoor; altijd
ModifierRelated TranslationsOther Translations
constamment altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; bestendig; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; steeds; telkens; vasthoudend; volhardend; voortdurend
constant altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; altijddurend; bestendig; blijvend; constant; continue; doorlopend; eeuwig; gelijkblijvend; gelijkmatig; gestaag; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onveranderlijk; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; volhardend; voortdurend
continu altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; altijddurend; bestendig; constant; continue; doorgaand; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend
continuel aaneengesloten; aanhoudend; altijd; constant; continu; continue; doorlopend; immer; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; altijddurend; bestendig; blijvend; constant; continue; doorgaand; doorlopend; eeuwig; gelijkmatig; gestaag; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; voortdurend
continuelle aaneengesloten; aanhoudend; altijd; constant; continu; continue; doorlopend; immer; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend
continuellement aaneengesloten; aanhoudend; altijd; constant; continu; continue; doorlopend; immer; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; altijddurend; constant; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; onvermoeid; uitentreuren; voortdurend
d'affilé altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend
incessant aaneengesloten; aanhoudend; altijd; constant; continu; continue; doorlopend; immer; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend
ininterrompu aaneengesloten; aanhoudend; altijd; constant; continu; continue; doorlopend; immer; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; altijddurend; constant; continue; doorgaand; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend
permanent aaneengesloten; aanhoudend; altijd; constant; continu; continue; doorlopend; immer; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aldoor; almaar; altijddurend; bestendig; blijvend; constant; continue; de hele tijd; definitief; doorgaand; doorlopend; eeuwig; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; onveranderlijk; onvermoeibaar; permanent; steeds; telkens; vastgesteld; vaststaand; voortdurend
perpétuellement aaneengesloten; aanhoudend; altijd; constant; continu; continue; doorlopend; immer; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig; uitentreuren
sans cesse aaneengesloten; aanhoudend; altijd; constant; continu; continue; doorlopend; immer; onafgebroken; ononderbroken; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; niet aflatend; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; steeds; steeds opnieuw; telkens; voortdurend
sans interruption altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; constant; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; eeuwig; gedurig; onafgebroken; onafgelaten; ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; ononderbroken; onophoudelijk; onverstoord; steeds; telkens; voortdurend; vrijuit; zonder onderbreking
sans relâche altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onrustig; roerig; rusteloos; voortdurend; woelig
toujours altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend altijd; altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig; immer; immermeer; steevast
tout le temps altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aldoor; almaar; altijddurend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; telkens; voortdurend
éternellement altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig; eeuwigdurend; eindeloos; ellenlang; oneindig; ontzettend lang; onvergankelijk; waar geen eind aan komt; zonder einde

Related Words for "continu":


Synonyms for "continu":


Antonyms for "continu":


Related Definitions for "continu":

  1. de hele tijd1
    • ze werken hier niet alleen overdag, maar continu1

Wiktionary Translations for continu:

continu
Cross Translation:
FromToVia
continu continuel; continu continuous — without break, cessation, or interruption in time
continu continu continuous — without break, cessation, or interruption in space
continu continu continuous — in mathematical analysis
continu continuellement continuously — without pause
continu continu kontinuierlichstetig, über einen langen Zeitraum fortlaufend
continu continu stetig — kontinuierlich, zusammenhängend, ohne Unterbrechung
continu continu stetigMathematik (v. a.: Analysis, Topologie): Eine Funktion rsp. deren Graf ist stetig, wenn verschwindend (infinitesimal) kleine Änderungen des Argumentes (der Argumente) nur zu verschwindend kleinen Änderungen des Funktionswertes führen. (keine "Sprünge" im Graphen)