Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. inférieure:
Dutch to French:   more detail...
  1. inferieur:


Dutch

Detailed Translations for inférieure from Dutch to French

inferieur:

inferieur [znw.] nomen

  1. inferieur (ondergeschikte; mindere)
    l'inférieur; le subordonné

Translation Matrix for inferieur:

NounRelated TranslationsOther Translations
accessoire accessoire; hulpstuk; randapparaat
faible zwakkeling
inférieur inferieur; mindere; ondergeschikte onderdanige
subordonné inferieur; mindere; ondergeschikte
ModifierRelated TranslationsOther Translations
accessoire bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen bij het hoofdfeit komende; bijkomend
de second ordre arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak matig; middelmatig
docile bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen dienstbaar; dienstwillig; gedienstig; gedwee; gehoorzaam; gewillig; inschikkelijk; knechts; meegaand; onderdanig; onderdanig aan; onderworpen; serviel; slaafs; soepel; tam; toegeeflijk; toegevend; volgzaam; willig
faible arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak bleekjes; breekbaar; broos; dood; energieloos; fragiel; futloos; geesteloos; krachteloos; kwetsbaar; lamlendig; landerig; levenloos; lusteloos; machteloos; mat; niet bezield; onbezield; onmachtig; pips; schemerig; schimmig; slap; slapjes; teer; wee; ziekelijk; zwak
inférieur arm; bijkomstig; inferieur; minderwaardig; ondergeschikt; onderhorig; ondermaats; onderworpen; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak benedenste; dor; gebrekkig; incapabel; incompetent; laagstaand; laagste; onbekwaam; onderste; ondeugdelijk; ongeschikt; schraal
mauvais arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak donker; dubieus; duister; erg; ernstig; gemeen; giftig; glibberig; kwaadaardig; kwaadwillig; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; met slechte intentie; min; niet lekker; niet smakelijk; obscuur; onedel; ongepast; onguur; onkies; onvertogen; slecht; snood; vals; van bedenkelijke aard; venijnig; verdacht; verkeerd
médiocre arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak doorsnee; gemiddeld; matig; medium; middelmatig; middelmatige; min; modaal; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
méprisable arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak banaal; bedriegelijk; gefingeerd; gemeen; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; lomp; nagemaakt; onecht; onedel; onwaar; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vals; verachtelijk; vuig; vunzig
pauvre arm; inferieur; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak arm; armelijk; armetierig; armoedig; armzalig; behoeftig; bekaaid; berooid; deerlijk; deplorabel; dor; droog; ellendig; er bekaaid afkomen; flodderig; haveloos; hokkerig; karig; kommerlijk; luizig; mager; meelijwekkend; minvermogend; miserabel; noodlijdend; onbemiddeld; ongegoed; onvermogend; pover; schamel; schooierig; schraal; schriel; sjofel; sjofeltjes; verlopen
secondaire bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen secondair; secundair
servile bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen dienstbaar; gedienstig; knechts; kruiperig; onderdanig; onderdanig aan; onderworpen; serviel; slaafs; volgzaam
soumis bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen afhankelijk; berustend; gedwee; gelaten; horig; knechts; kruiperig; lijdelijk; meegaand; onderdanig; onderdanig aan; onderworpen; onvrij; serviel; slaafs; tam; volgzaam
subalterne arm; bijkomstig; inferieur; minderwaardig; ondergeschikt; onderhorig; ondermaats; onderworpen; ondeugdelijk; slecht; tweederangs; zwak afhankelijk; dor; onzelfstandig; schraal; subaltern
subordonné bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen afhankelijk; onzelfstandig

Related Words for "inferieur":

  • inferieure