French
Detailed Translations for poule faisane from French to Dutch
poule faisane: (*Using Word and Sentence Splitter)
- poule: kip; hen; hoen; hoender; hoenderik; hoentje; klein hoen; poelet
- faire: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; veroorzaken; aandoen; aanrichten; aanstichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; berokkenen; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; praktiseren; sport uitoefenen; voor elkaar krijgen; tot stand brengen
- âne: ezel; schaap; kuiken; uil; onnozole hals; sukkel; rund; idioot; oen; sul; onnozelaar; stommerd; stommerik; onnozele; druiloor; kalfskop; schapenkop; schaapskop; onnozele hals; domkop; dommerik; sufferd; domoor; uilskuiken; stommeling; dom gansje; domme koe; sufferdje; domme gans; dom wicht; leeghoofdje
Wiktionary Translations for poule faisane:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• poule faisane | → fazant | ↔ pheasant — bird of family Phasianidae, often hunted for food |