French
Detailed Translations for surfaire from French to Dutch
surfaire: (*Using Word and Sentence Splitter)
- sur: aan; bij; erbij; erop; te; via; ter; zuur; wrang; zuur smakend; zurig; rins
- faire: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; veroorzaken; aandoen; aanrichten; aanstichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; berokkenen; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; praktiseren; sport uitoefenen; voor elkaar krijgen; tot stand brengen
- sûr: zeker; ongetwijfeld; vast en zeker; geheid; veilig; heus; waarachtig; waarlijk; gewis; welzeker; voorzeker; vast; reëel; feitelijk; stellig; bekend; vertrouwd; absoluut; onvoorwaardelijk; vaststaand; volstrekt; pertinent; ten enenmale; krachtig; beslist; doortastend; mondig; kordaat; ferm; krachtdadig; voor zichzelf opkomend
- à faire: haalbaar; te doen; realiseerbaar; verwezenlijkbaar; bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar; taak
Wiktionary Translations for surfaire:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• surfaire | → overschatten | ↔ overrate — to esteem too highly |