Summary
French to Dutch: more detail...
-
tirer un coup:
-
Wiktionary:
tirer un coup → van bil gaan, batsen
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for tirer un coup from French to Dutch
tirer un coup: (*Using Word and Sentence Splitter)
- tirer: schieten; vuren; afvuren; afschieten; schoten lossen; trekken; voorttrekken; aftrekken; getallen van elkaar aftrekken; aantrekken; dichttrekken; sleuren; van het lijf trekken; prenten; neerhalen; opentrekken; omhoogtrekken; neersabelen; zich optrekken aan; zich omhoogtrekken; naar beneden schieten
- Étirer: Uitrekken
- étirer: verlengen; uitrekken; rekken; oprekken
- un: een; eentje
- coup: staatsgreep; coup; putsch; tussendoortje; vluggertje; deuk; duw; por; stootje; duwtje; instulping; knal; kwak; dreun; smak; slag; klap; klop; tik; uithaal; vuistslag; harde slag; toegebrachte klap; jens; trap; schop; slok; dronk; scheutje; teug; voetbeweging; steek; messteek; klokslag; zet; botsing; stoot; hengst; beurse plek; bluts; mep; peut; lel; opdonder; oplawaai; muilpeer; schaakzet; opeen knallen; opduvel; gekke streek; rare streek; schaakstukverplaatsing
- coupé: gesneden; compartiment; coupé; doorgesneden; doorgehakt; doorkliefd; doorgehouwen; in tweeën gehouwen; doorregen; doorwassen
- à-coup: schok; stoot; hort; schokkende beweging
Wiktionary Translations for tirer un coup:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tirer un coup | → van bil gaan; batsen | ↔ get laid — to have sex |