Summary
French to Dutch: more detail...
-
à bientôt:
-
Wiktionary:
à bientôt → tot ziens, tot straks, tot zo, tot zometeen, tot later, zie je later, later, mazzel, tot direct, tot ziens! - User Contributed Translations for à bientôt:
tot binnenkort, tot snel, tot gauw, tot straks, tot ziens, tot later
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for à bientôt from French to Dutch
à bientôt: (*Using Word and Sentence Splitter)
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- bientôt: later; straks; zometeen; spoedig; gauw; weldra; eerstdaags; dra; bijna; haast; nagenoeg; schier; welhaast; vervolgens; direct; terstond; aanstonds; alras
Wiktionary Translations for à bientôt:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• à bientôt | → tot ziens; tot straks; tot zo; tot zometeen; tot later; zie je later; later; mazzel | ↔ see you later — goodbye |
• à bientôt | → tot straks; tot zo; tot direct; tot ziens! | ↔ see you soon — goodbye |