French
Detailed Translations for dé à jouer from French to Dutch
dé à jouer: (*Using Word and Sentence Splitter)
- de: van; vanaf; per; uit; weg; vanaf deze plaats; in; te; aan; bij; erbij; erop; van de zijde van
- dé: dobbelsteen; teerling
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- jouer: spelen; doen alsof; zich aanstellen; optreden; performen; acteren; toneelspelen; een rol vertolken; gokken; een gok wagen; met geld spelen; tokkelen; komedie spelen; speculeren; opspelen; dramatiseren; met aandelen spelen; opspelen kaartspel
Wiktionary Translations for dé à jouer:
dé à jouer
noun
-
dé pour jouer ; cette locution nominale s’utilise pour lever l’ambigüité avec dé à coudre.
- dé à jouer → dobbelsteen
Related Translations for dé à jouer
Dutch