French
Detailed Translations for pain à cacheter from French to Dutch
pain à cacheter: (*Using Word and Sentence Splitter)
- pain: brood; klap; stoot; hengst; mep; peut; lel; opdonder; oplawaai; muilpeer; opduvel
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- cacheter: verzegelen; stempelen; stempel zetten; sluiten; toedoen; dichtdoen; dichtmaken; bezegelen; toetrekken; van zegel voorzien
Wiktionary Translations for pain à cacheter:
Related Translations for pain à cacheter
Dutch