Summary
French to Dutch: more detail...
-
blanchissage:
-
Wiktionary:
blanchissage → was -
Synonyms for "blanchissage":
décoloration; lessivage; lessive; nettoiement; savonnage; lavage; ablution; bain; douche; nettoyage; lavure; décantation; décantage; dégorgement
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for blanchissage from French to Dutch
blanchissage: (*Using Word and Sentence Splitter)
- blanchir: wassen; uitwassen; witwassen; zuiveren; vrijspreken; vergrijzen; vrijpleiten; dechargeren; schoonwassen; onschuldig verklaren; wit worden
- sage: ontwikkeld; wijs; gestudeerd; erudiet; belezen; geletterd; zeer ontwikkeld; hooggeleerd; zeer geleerd; verstandig; correct; doordacht; raadzaam; zinnig; bedachtzaam; pienter; nadenkend; wijselijk; weldenkend; lief; zoet; voorbeeldig; deugdzaam; eerlijk; braaf; rechtvaardig; rechtschapen; rechtgeaard; filosoof; denker; wijsgeer; braafjes; oprecht; openhartig; rondborstig; fideel; trouwhartig
blanchissage:
Synonyms for "blanchissage":
Wiktionary Translations for blanchissage:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• blanchissage | → was | ↔ laundry — laundering; washing |