French
Detailed Translations for à l’aide from French to Dutch
à l’aide: (*Using Word and Sentence Splitter)
- A: A; EVERYONE
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- aide: hulp; assistent; helper; secondant; ondersteuning; steun; bijstand; hulpverlening; handreiking; service; dienstverlening; knecht; hulpje; onderhoudsdienst; dienstbetoon; hulpbetoon; medewerking; assistentie; steunpilaar; toeverlaat; hulpvaardige; aanwijzing; help; aanknopingspunt; support; maatschappelijk werk; hulppersoneel; online-Help
Wiktionary Translations for à l’aide:
Related Translations for à l’aide
Dutch