Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: identification

French and Dutch Search Results for: identification

Summary

French to Dutch: more detail...

identification:
- herkennen; thuisbrengen; waarnemen; vereenzelviging; identificatie
Wiktionary:
- identification → identificatie
- identification → identificatie

French

Detailed Translations for identification from French to Dutch

identification:

identification [la ~] nomen

l'identification (fait de reconnaître)
herkennen; thuisbrengen
- herkennen [znw.] nomen
- thuisbrengen [znw.] nomen
l'identification (fait de reconnaître)
herkennen; waarnemen
- herkennen [znw.] nomen
- waarnemen [znw.] nomen
l'identification
de vereenzelviging
- vereenzelviging [de ~ (v)] nomen
l'identification
de identificatie
- identificatie [de ~ (v)] nomen

Translation Matrix for identification:

Noun	Related Translations	Other Translations
herkennen	fait de reconnaître; identification
identificatie	identification	identificateur
thuisbrengen	fait de reconnaître; identification
vereenzelviging	identification
waarnemen	fait de reconnaître; identification
Verb	Related Translations	Other Translations
herkennen		reconnaître
waarnemen		apercevoir; constater; distinguer; observer; percevoir; remarquer; s'apercevoir de; s'aviser de; se rendre compte de; signaler; voir
Not Specified	Related Translations	Other Translations
-	ID

Synonyms for "identification":

anthropométrie; bertillonnage; anatomie; authentification; certification; empathie; sympathie; reconnaissance; projection; immatriculation; enregistrement; inscription; insertion; repère; matricule; introjection; intériorisation; lancement; mappemonde; représentation

Wiktionary Translations for identification:

identification

noun

vaststelling identiteit
- identificatie → identification

Cross Translation:

From	To	Via
• identification	→ identificatie	↔ identification — the act of identifying, or proving to be the same

External Machine Translations:

Related Translations for identification