Interglot - châle: French and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

French to Dutch: more detail...

châle:
- sjaal; shawl; halsdoek; das; hoofddoek; haardoek; omslagdoek; sjaaltje; bandana
Wiktionary:
- châle → sjaal, das, bouffante, halsdoek

French

Detailed Translations for châle from French to Dutch

le châle (foulard; écharpe; cache-nez; fichu)
de sjaal; de shawl; de halsdoek; de das
- sjaal [de ~ (m)] nomen
- shawl [de ~ (m)] nomen
- halsdoek [de ~ (m)] nomen
- das [de ~ (m)] nomen
le châle (foulard; écharpe)
de hoofddoek; haardoek
- hoofddoek [de ~ (m)] nomen
- haardoek [znw.] nomen
le châle (foulard; écharpe; fichu)
de sjaal; de shawl; de omslagdoek
- sjaal [de ~ (m)] nomen
- shawl [de ~ (m)] nomen
- omslagdoek [de ~ (m)] nomen
le châle (écharpe)
het sjaaltje
- sjaaltje [het ~] nomen
le châle (foulard; cravate; écharpe)
bandana; de halsdoek
- bandana [znw.] nomen
- halsdoek [de ~ (m)] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
bandana	châle; cravate; foulard; écharpe
das	cache-nez; châle; fichu; foulard; écharpe	blaireau; cravate; cravate à nouer
haardoek	châle; foulard; écharpe
halsdoek	cache-nez; châle; cravate; fichu; foulard; écharpe
hoofddoek	châle; foulard; écharpe	turban
omslagdoek	châle; fichu; foulard; écharpe
shawl	cache-nez; châle; fichu; foulard; écharpe
sjaal	cache-nez; châle; fichu; foulard; écharpe
sjaaltje	châle; écharpe

châle

noun