French

Detailed Translations for expéditeur from French to Dutch

expéditeur:

expéditeur [le ~] nomen

  1. l'expéditeur (envoyeur)
    de zender; de verzender; de afzender
  2. l'expéditeur (envoyeur)
    de verzender; de zender; de afzender; zendster
  3. l'expéditeur (envoyeur)
    verscheper
  4. l'expéditeur (transporteur de marchandises; transporteur; routier; )
    de vrachtvervoerder; de transporteur; de expediteur; de vervoerder; vrachtondernemer
  5. l'expéditeur
    de afzender

Translation Matrix for expéditeur:

NounRelated TranslationsOther Translations
afzender envoyeur; expéditeur
expediteur camionneur; coursier; expéditeur; porteur; routier; transporteur; transporteur de marchandises
transporteur camionneur; coursier; expéditeur; porteur; routier; transporteur; transporteur de marchandises
verscheper envoyeur; expéditeur
vervoerder camionneur; coursier; expéditeur; porteur; routier; transporteur; transporteur de marchandises transporteur
verzender envoyeur; expéditeur
vrachtondernemer camionneur; coursier; expéditeur; porteur; routier; transporteur; transporteur de marchandises
vrachtvervoerder camionneur; coursier; expéditeur; porteur; routier; transporteur; transporteur de marchandises
zender envoyeur; expéditeur installation d'émission; station de radio
zendster envoyeur; expéditeur

Synonyms for "expéditeur":


Wiktionary Translations for expéditeur:

expéditeur
noun
  1. Celui, celle qui envoyer un objet, un message, par la poste, par messagerie, par camion, par chemin de fer, par bateau, par avion ou par tout autre moyen.
expéditeur
noun
  1. iemand die iets naar een adres verzendt



Dutch

Detailed Translations for expéditeur from Dutch to French

expediteur:

expediteur [de ~ (m)] nomen

  1. de expediteur (vrachtondernemer; vrachtvervoerder; transporteur; vervoerder)
    l'expéditeur; le transporteur; le transporteur de marchandises; le routier; le porteur; le coursier; le camionneur

Translation Matrix for expediteur:

NounRelated TranslationsOther Translations
camionneur expediteur; transporteur; vervoerder; vrachtondernemer; vrachtvervoerder voerman; vrachtrijder; vrachtwagenchauffeur
coursier expediteur; transporteur; vervoerder; vrachtondernemer; vrachtvervoerder boodschappenjongen; exprespost; koerier; loopjongen; ros
expéditeur expediteur; transporteur; vervoerder; vrachtondernemer; vrachtvervoerder afzender; verscheper; verzender; zender; zendster
porteur expediteur; transporteur; vervoerder; vrachtondernemer; vrachtvervoerder bagagedrager; besteller; bezitter; bezorger; bode; brenger; drager; eigenaar; houder; koerier; kruier; lastdrager; lijkdrager; penhouder; rondbrenger; sjouwer; toonder
routier expediteur; transporteur; vervoerder; vrachtondernemer; vrachtvervoerder snelwegrestaurant; wegrenner; wegrestaurant
transporteur expediteur; transporteur; vervoerder; vrachtondernemer; vrachtvervoerder transportondernemer; vervoerder; voerman; vrachtrijder; vrachtwagenchauffeur
transporteur de marchandises expediteur; transporteur; vervoerder; vrachtondernemer; vrachtvervoerder

Related Words for "expediteur":

  • expediteuren, expediteurs