French
Detailed Translations for autoproclamer from French to Dutch
autoproclamer: (*Using Word and Sentence Splitter)
- auto: wagen; paardenwagen
- proclamer: bekendmaken; bekend maken; aflezen; openbaar maken; oplezen; uitdragen; verkondigen; een boodschap uitdragen; uitbrengen; publiceren; openbaren; afkondigen; proclameren; verordenen; decreteren; ordonneren; verordineren; afroepen; omroepen; uitbazuinen; namen afroepen