Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. elle:
  2. Wiktionary:


French

Detailed Translations for elle from French to Dutch

elle:

elle

  1. elle
    zij; ze
    – derde persoon enkelvoud vrouwelijk, of meervoud, subject 1
    • zij
      • gaan Jan en Josien ook mee? Zij wel, maar hij niet1
    • ze
      • waar is Jopie? Ze zit in de tuin1

Translation Matrix for elle:

NounRelated TranslationsOther Translations
zij côté; flanc; soie
PronounRelated TranslationsOther Translations
ze elle
zij elle
OtherRelated TranslationsOther Translations
ze elles
zij elles

Synonyms for "elle":


Wiktionary Translations for elle:

elle
pronoun
  1. Pronom de la troisième personne du singulier féminin sujet
elle
pronoun
  1. clitische vorm van zij (derde persoon vrouwelijk enkelvoud)
  2. 3e persoon enkelvoud vrouwelijk

Cross Translation:
FromToVia
elle haar her — she
elle hij; het it — subject — inanimate thing
elle zij she — person
elle zich sichReflexivpronomen der dritten Person Singular

à elle:


Synonyms for "à elle":


Related Translations for elle