Interglot - continuation: French and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

French to Dutch: more detail...

continuation:
- voortzetting; vervolg; tijdsduur; duur; tijdspanne; lengte; voortduren; voortduring
Wiktionary:
- continuation → voortzetting
- continuation → hervatting, voortzetting

French

Detailed Translations for continuation from French to Dutch

la continuation (poursuite; suite)
de voortzetting; het vervolg
- voortzetting [de ~ (v)] nomen
- vervolg [het ~] nomen
la continuation (laps de temps; durée; longueur; marge)
de tijdsduur; de duur; de tijdspanne; de lengte
- tijdsduur [de ~ (m)] nomen
- duur [de ~ (m)] nomen
- tijdspanne [de ~] nomen
- lengte [de ~ (v)] nomen
la continuation (persistance)
voortduren
- voortduren [znw.] nomen
la continuation (durée)
de voortduring
- voortduring [de ~ (v)] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
duur	continuation; durée; laps de temps; longueur; marge	durée
lengte	continuation; durée; laps de temps; longueur; marge	durée; longitude; longue durée; longueur; prolongation
tijdsduur	continuation; durée; laps de temps; longueur; marge	durée; délai; laps de temps; période; temps d'écoulement
tijdspanne	continuation; durée; laps de temps; longueur; marge
vervolg	continuation; poursuite; suite
voortduren	continuation; persistance
voortduring	continuation; durée
voortzetting	continuation; poursuite; suite
Verb	Related Translations	Other Translations
voortduren		continuer; durer; endurer; persister; persévérer; résister; subsister; supporter; tenir jusqu'au bout; tenir le coup
Adjective	Related Translations	Other Translations
duur		cher; chère; coûteuse; coûteux; d'un prix élevé; précieuse; précieux

continuation

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• continuation	→ hervatting; voortzetting	↔ continuation — act or state of continuing