French
Detailed Translations for faire gaffe from French to Dutch
faire gaffe: (*Using Word and Sentence Splitter)
- faire: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; veroorzaken; aandoen; aanrichten; aanstichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; berokkenen; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; praktiseren; sport uitoefenen; voor elkaar krijgen; tot stand brengen
- à faire: haalbaar; te doen; realiseerbaar; verwezenlijkbaar; bereikbaar; toegankelijk; begaanbaar; taak
- gaffe: fout; vergissing; abuis; dwaling; misslag; misgreep; blunder; enormiteit; flater; domheid; blunderen; giller; begaan van een blunder; vaarboom; bootshaak; schippershaak
- gaffer: blunderen
Wiktionary Translations for faire gaffe:
faire gaffe
Cross Translation:
verb
-
très familier|fr faire attention
- faire gaffe → uitkijken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• faire gaffe | → opletten; uitkijken | ↔ watch — to be wary |