Summary
French to Dutch: more detail...
-
graisseuse:
The word graisseuse exists in our database, but we currently do not have a translation from French to Dutch.-
Synonyms for "graisseuse":
adipeuse; huileuse; grasse; visqueuse; onctueuse; poisseuse
-
Synonyms for "graisseuse":
French
Detailed Translations for graisseuse from French to Dutch
graisseuse: (*Using Word and Sentence Splitter)
- graisse: vet; olie; smeer; reuzel; vettigheid; braadvet; vetheid
- usé: vervallen; oud; versleten; afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; uitgebuit; geëxploiteerd; afgesleten; uitgesleten; aftands; sleets; doorgesleten; afgesloofd
- graisser: smeren; invetten; oliën; inoliën; doorsmeren; bevuilen; besmeren; bekladden; bevlekken; bemorsen
- graissé: gesmeerd; ge-olied; geolied