Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: coït

French and Dutch Search Results for: coït

Summary

French to Dutch: more detail...

coït:
- geslachtsgemeenschap; verkeer; omgang; paring; gemeenschap
Wiktionary:
- coït → coïtus, gemeenschap
- coït → coïtus, geslachtsgemeenschap, sexuele betrekkingen, seksueel verkeer

French

Detailed Translations for coït from French to Dutch

coït:

coït [le ~] nomen

le coït (union sexuelle; union charnelle)
de geslachtsgemeenschap; het verkeer; de omgang
- geslachtsgemeenschap [de ~ (v)] nomen
- verkeer [het ~] nomen
- omgang [de ~ (m)] nomen
le coït (copulation)
de paring; de gemeenschap
- paring [de ~ (v)] nomen
- gemeenschap [de ~ (v)] nomen

Translation Matrix for coït:

Noun	Related Translations	Other Translations
gemeenschap	copulation; coït	communauté; rapports; relations
geslachtsgemeenschap	coït; union charnelle; union sexuelle
omgang	coït; union charnelle; union sexuelle	cercle; fait de faire sa ronde; fréquentation; processions; ronde; tour; tournée
paring	copulation; coït
verkeer	coït; union charnelle; union sexuelle	circulation; trafic; transport publique; transport sur voies publiques

Synonyms for "coït":

accouplement; conjonction; copulation; fornication

Wiktionary Translations for coït:

coït

noun

geslachtsgemeenschap
- coïtus; gemeenschap → coït

Cross Translation:

From	To	Via
• coït	→ coïtus	↔ coitus — sexual interaction
• coït	→ geslachtsgemeenschap; sexuele betrekkingen; seksueel verkeer	↔ sexual intercourse — sexual interaction