Summary
French to Dutch: more detail...
-
papier à rouler:
-
Wiktionary:
papier à rouler → vloeitje, vloeipapier
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for papier à rouler from French to Dutch
papier à rouler: (*Using Word and Sentence Splitter)
- papier: lap; vod; prul; flard; homp; lor; vodje; papier
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- rouler: draaien; rollen; kantelen; ronddraaien; roteren; wentelen; tillen; bedotten; oprollen; opstropen; voor de gek houden; foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; taxiën; afzetten; stropen; ontvellen; verneuken; neppen; wegrollen
Wiktionary Translations for papier à rouler:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• papier à rouler | → vloeitje; vloeipapier | ↔ rolling paper — paper for rolling cigarettes |
Related Translations for papier à rouler
Dutch