Summary
French to Dutch: more detail...
-
parentèle:
-
Wiktionary:
parentèle → maagschap, parenteel -
Synonyms for "parentèle":
famille; foyer; maison; ménage; sang; dynastie; lignage; descendance; progéniture; généalogie; souche
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for parentèle from French to Dutch
parentèle: (*Using Word and Sentence Splitter)
- parent: ouder; familielid; bloedverwant; erfgenaam; geallieerd; soortgenoot; stamverwant; bovenliggend; bovenliggend item
- le: de; hem
- île: eiland
- lé: voorbaan
- parenté: verwantschap; familielid; bloedverwant; band; verband; relatie; verbinding; samenhang; correlatie; stamverwantschap; aanverwantschap
- parer: weren; afweren; pareren; opmaken; optutten; opsmukken; make-up aanbrengen; verdedigen; verweren; kleden; verfraaien; optuigen; verluchten; zich kleden; tooien; opsieren; optooien; opschikken; uitmonsteren; zich mooi maken; zich uitdossen; zich tooien; zich uitmonsteren
Spelling Suggestions for: parentèle
parentèle:
Synonyms for "parentèle":
External Machine Translations: