Summary
French to Dutch: more detail...
-
tenir debout:
-
Wiktionary:
tenir debout → betekenisvol, zinvol, kloppen
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for tenir debout from French to Dutch
tenir debout: (*Using Word and Sentence Splitter)
- tenir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; vasthouden; niet laten gaan; opsluiten; isoleren; interneren; gevangen zetten; dragen; volhouden; verdragen; doorstaan; uithouden; harden; verduren; dulden; uitzingen; beethouden; vastzetten; in de cel zetten; vasthebben; beet hebben
- tenir à: hechten aan; blijven bij
- debout: staand; rechtop; overeind
Wiktionary Translations for tenir debout:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tenir debout | → betekenisvol; zinvol; kloppen | ↔ make sense — be coherent |