Summary
French to Dutch: more detail...
-
nettoyeuse:
-
Wiktionary:
nettoyeuse → schoonmaakster, poetsvrouw
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for nettoyeuse from French to Dutch
nettoyeuse: (*Using Word and Sentence Splitter)
- nettoyé: schoon; zuiver; netjes; zorgvuldig; keurig; proper; gepolijst; gepoetst; opgepoetst
- usé: vervallen; oud; versleten; afgedragen; afgeleefd; afgetrapt; uitgebuit; geëxploiteerd; afgesleten; uitgesleten; aftands; sleets; doorgesleten; afgesloofd
- nettoyer: schoonmaken; zuiveren; schoonpoetsen; reinigen; kuisen; klaren; louteren; in zedelijk opzicht zuiveren; bergen; opruimen; afdekken; afruimen; dweilen; schrobben; boenen; schoon maken; afschrobben; schoonboenen; afboenen; schoonschrobben; afnemen; stoffen; afstoffen; opdweilen; uithalen; losmaken; uittrekken; opschonen; tornen; schoonhouden; loskrijgen; lostornen; nethouden; knaphouden
Spelling Suggestions for: nettoyeuse
Wiktionary Translations for nettoyeuse:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nettoyeuse | → schoonmaakster; poetsvrouw | ↔ charwoman — awoman employed to do housework |
External Machine Translations: