French
Detailed Translations for confortement from French to Dutch
confortement: (*Using Word and Sentence Splitter)
- con: kut; lul; lid; penis; piemel; pik; roede; hond; klootzak; eikel; schobbejak; schoelje; hoerenjong; kuttenkop; loeder; ploert; pleurislijer; pleurislijder; nietsnut; lapzwans; lamzak; lijntrekker; geitenbreier; leegloper; lanterfanter; slampamper; lammeling; slapkous; smeerlap; schoft; rotzak; stinkerd; smiecht; mispunt; fielt; naarling; oetlul; lullig; etter; etterbak; kaffer; rotvent; snertvent; sodemieter
- fortement: erg; fel; krachtig; heftig; hevig; intens; stoer; flink; intensief; uitermate; hoogst; ten zeerste; behoorlijk; danig; duchtig
Wiktionary Translations for confortement:
confortement
noun
-
constr|fr renforcement d’un ouvrage qui risque de s’effondrer.
- confortement → versterking