Interglot - lecture: French and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

French to Dutch: more detail...

lecture:
- lezen; leerstelling; leerstuk; geloofsleer; leer; lering; versie; lezing; leesvoer; lectuur; leesbeurt; voorlezing; afspelen
Lecture:
- Afspelen
Wiktionary:
- lecture → lezen, voorlezen, lectuur
- lecture → lectuur, lezen

French

Detailed Translations for lecture from French to Dutch

la lecture (acte de lire)
lezen
- lezen [znw.] nomen
la lecture (doctrine religieuse; cours; conférence; séance; interprétation; dogme; exposé; leçon)
de leerstelling; het leerstuk; de geloofsleer; de leer; de lering
- leerstelling [de ~ (v)] nomen
- leerstuk [het ~] nomen
- geloofsleer [de ~] nomen
- leer [de ~] nomen
- lering [de ~ (v)] nomen
la lecture (version)
de versie; de lezing
- versie [de ~ (v)] nomen
- lezing [de ~ (v)] nomen
la lecture (littérature populaire)
het leesvoer; de lectuur
- leesvoer [het ~] nomen
- lectuur [de ~ (v)] nomen
la lecture (tour de lecture; exposé; conférence)
de lezing; de leesbeurt; de voorlezing
- lezing [de ~ (v)] nomen
- leesbeurt [de ~] nomen
- voorlezing [de ~ (v)] nomen
la lecture
afspelen
- afspelen verb (speel af, speelt af, speelde af, speelden af, afgespeeld)

Noun	Related Translations	Other Translations
geloofsleer	conférence; cours; doctrine religieuse; dogme; exposé; interprétation; lecture; leçon; séance
lectuur	lecture; littérature populaire
leer	conférence; cours; doctrine religieuse; dogme; exposé; interprétation; lecture; leçon; séance	gant; échelle
leerstelling	conférence; cours; doctrine religieuse; dogme; exposé; interprétation; lecture; leçon; séance	dogme; principe fondamental d'une théorie
leerstuk	conférence; cours; doctrine religieuse; dogme; exposé; interprétation; lecture; leçon; séance
leesbeurt	conférence; exposé; lecture; tour de lecture
leesvoer	lecture; littérature populaire
lering	conférence; cours; doctrine religieuse; dogme; exposé; interprétation; lecture; leçon; séance	blâme; classe; cours; enseignement; instruction; leçon; remontrances; reproche; réprimande; réprobation; vitupération
lezen	acte de lire; lecture
lezing	conférence; exposé; lecture; tour de lecture; version	allocution; avis; concept; conception; conférence; conviction; discours; doctrine; exposé; exposé oral; façon de penser; idée; intention; interprétation; mentalité; notion; opinion; optique; pensée; perspective; point de vue; position; prise de position; réflexion; vision
versie	lecture; version	version
voorlezing	conférence; exposé; lecture; tour de lecture
Verb	Related Translations	Other Translations
afspelen	lecture	faire jouer; lire
lezen		lire; s'informer; étudier
Other	Related Translations	Other Translations
leer		cuir

déchiffrage; relecture; scolarité; cursus; culture; connaissance; savoir; science; lettres; instruction

lecture

noun

Action d’une personne qui lit à haute voix.
- lecture → lezen; voorlezen; lectuur

lecture

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• lecture	→ lectuur	↔ Lektüre — die Handlung, etwas zu lesen
• lecture	→ lectuur	↔ Lektüre — das, was gelesen wird
• lecture	→ lezen	↔ reading — the process of interpreting written language

Verb	Related Translations	Other Translations
Afspelen	Lecture

External Machine Translations: