Summary
French
Detailed Translations for brouter from French to Dutch
brouter: (*Using Word and Sentence Splitter)
- brou: schaal; dop; schil; bolster
- ter: driemaal
- ôter: uitlichten; nemen uit; uittrekken; uitdoen; uitkleden; ontkleden; afnemen; stelen; wegnemen; plunderen; ontnemen; pikken; kapen; vervreemden; toeëigenen; verduisteren; uitnemen; jatten; inpikken; roven; ontfutselen; ontvreemden; wegkapen; benemen; verdonkeren; gappen; snaaien; wegpakken; verdonkeremanen; achteroverdrukken; wegpikken; leegstelen; eruit nemen
Spelling Suggestions for: brouter
brouter:
Synonyms for "brouter":
External Machine Translations:
Dutch