Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: disjoncteur

French and Dutch Search Results for: disjoncteur

Summary

French to Dutch: more detail...

disjoncteur:
- hoofdschakelaar; knop; lichtknop; stroomverbreker
Wiktionary:
- disjoncteur → zekering, onderbreker
- disjoncteur → zekering

French

Detailed Translations for disjoncteur from French to Dutch

disjoncteur:

disjoncteur [le ~] nomen

le disjoncteur
de hoofdschakelaar
- hoofdschakelaar [de ~ (m)] nomen
le disjoncteur (interrupteur; bouton; commutateur)
de knop; de lichtknop
- knop [de ~ (m)] nomen
- lichtknop [de ~ (m)] nomen
le disjoncteur (interrupteur; coupe-circuit)
stroomverbreker
- stroomverbreker [znw.] nomen

Translation Matrix for disjoncteur:

Noun	Related Translations	Other Translations
hoofdschakelaar	disjoncteur
knop	bouton; commutateur; disjoncteur; interrupteur	bouton; bouton de fleur; bouton-pression
lichtknop	bouton; commutateur; disjoncteur; interrupteur
stroomverbreker	coupe-circuit; disjoncteur; interrupteur
Not Specified	Related Translations	Other Translations
knop		bouton; bouton de souris

Synonyms for "disjoncteur":

commutateur; bouton; interrupteur; relais; contacteur; discontacteur; rupteur; Afrique

Wiktionary Translations for disjoncteur:

disjoncteur

noun

élec|nocat=1 Organe de protection électromécanique, voire électronique, dont la fonction est d’interrompre le courant électrique en cas de surcharge, ou d'anomalie sur un circuit électrique.
- disjoncteur → zekering; onderbreker

Cross Translation:

From	To	Via
• disjoncteur	→ zekering	↔ circuit breaker — electrical switch