Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: phare

French and Dutch Search Results for: phare

Summary

French to Dutch: more detail...

phare:
- vuurtoren; koplamp; koplicht; bakenlicht; schijnwerper; sterke lamp; signaallamp
Wiktionary:
- phare → lichttoren, vuurbaak, vuurtoren, koplamp, lichtbak, reflector
- phare → baken, vuurtoren

French

Detailed Translations for phare from French to Dutch

phare:

phare [le ~] nomen

le phare
de vuurtoren
- vuurtoren [de ~ (m)] nomen
le phare
de koplamp; het koplicht
- koplamp [de ~] nomen
- koplicht [het ~] nomen
le phare
bakenlicht
- bakenlicht [znw.] nomen
le phare (projecteur; spot)
de schijnwerper; sterke lamp
- schijnwerper [de ~ (m)] nomen
- sterke lamp [znw.] nomen
le phare (lampe de signalisation; clignoteur)
signaallamp
- signaallamp [znw.] nomen

Translation Matrix for phare:

Noun	Related Translations	Other Translations
bakenlicht	phare
koplamp	phare
koplicht	phare
schijnwerper	phare; projecteur; spot
signaallamp	clignoteur; lampe de signalisation; phare
sterke lamp	phare; projecteur; spot
vuurtoren	phare

Synonyms for "phare":

fanal; lanterne; falot; feu; flambeau; balise; projecteur; spot; sunlight; réflecteur

Wiktionary Translations for phare:

phare

noun

Tour portant un feu destiné à guider les navires.
- phare → lichttoren; vuurbaak; vuurtoren
Projecteur éclairant la route d’un véhicule.
- phare → koplamp; lichtbak; reflector; lichttoren

phare

noun

een witte of gele lamp aan de voorzijde van een voertuig
- koplamp → phare

Cross Translation:

From	To	Via
• phare	→ baken	↔ beacon — signaling or guiding mark erected as guide to mariners
• phare	→ vuurtoren	↔ lighthouse — building containing a light to warn or guide ships
• phare	→ vuurtoren	↔ Leuchtturm — weithin Lichtsignale ausstrahlender Turm an der Küste

Related Translations for phare