Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: afflux

French and Dutch Search Results for: afflux

Summary

French to Dutch: more detail...

afflux:
- instroom; instroming; toestroom; het toestromen; het toevloeien
Wiktionary:
- afflux → vloed, toevloed, toeloop, bloedaandrang, congestie

French

Detailed Translations for afflux from French to Dutch

afflux:

afflux [le ~] nomen

l'afflux
de instroom; de instroming
- instroom [de ~ (m)] nomen
- instroming [de ~ (v)] nomen
l'afflux
toestroom
- toestroom [znw.] nomen
l'afflux (affluence)
het toestromen; het toevloeien
- het toestromen [znw.] nomen
- het toevloeien [znw.] nomen

Translation Matrix for afflux:

Noun	Related Translations	Other Translations
het toestromen	affluence; afflux
het toevloeien	affluence; afflux
instroming	afflux
instroom	afflux
toestroom	afflux

Synonyms for "afflux":

affluence; presse; flot; abondance; débordement; rassemblement; multitude; monde; foule; nombre; onde; vague; lame; flux; reflux; courant; eau; assemblée; assistance; public; masse; peuple; cohue; rush; sprint; ruée

Wiktionary Translations for afflux:

afflux

noun

médecine|fr action d’affluer, concours des liquides vers une partie de l’organisme.
- afflux → vloed; toevloed; toeloop; bloedaandrang; congestie