Summary
French to Dutch: more detail...
-
garnissage:
-
Wiktionary:
garnissage → bekleding -
Synonyms for "garnissage":
boisage; consolidation; renforcement; soutènement; bourrage; chargement; remplissage; empilage; tassement
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for garnissage from French to Dutch
garnissage: (*Using Word and Sentence Splitter)
- garnir: afwerken; versieren; garneren; schotels garneren; opmaken; optutten; opsmukken; make-up aanbrengen; verfraaien; optuigen; verluchten; tooien; opsieren; opschikken; zich mooi maken; bekleden; overtrekken; stofferen; van bekleding voorzien
- sage: ontwikkeld; wijs; gestudeerd; erudiet; belezen; geletterd; zeer ontwikkeld; hooggeleerd; zeer geleerd; verstandig; correct; doordacht; raadzaam; zinnig; bedachtzaam; pienter; nadenkend; wijselijk; weldenkend; lief; zoet; voorbeeldig; deugdzaam; eerlijk; braaf; rechtvaardig; rechtschapen; rechtgeaard; filosoof; denker; wijsgeer; braafjes; oprecht; openhartig; rondborstig; fideel; trouwhartig
Spelling Suggestions for: garnissage
garnissage:
Synonyms for "garnissage":
Wiktionary Translations for garnissage:
garnissage
noun
-
technique de décoration ou de construction de certains meubles, qui consiste à poser une garniture sur un siège ou un meuble tapissé ou garni.
- garnissage → bekleding
External Machine Translations: