French
Detailed Translations for épeautre from French to Dutch
épeautre: (*Using Word and Sentence Splitter)
- peau: huid; vel; schil; peul; vlies; membraan; velletje; dun huidje; schaal; schelp; hachje; omhulling
- être: verkeren; ergens verkeren; persoon; mens; wezen; individu; sterveling; schepsel; creatuur; zijn
- âtre: haard; vuurhaard; stookplaats; haardstede; haardstee
- épée: zwaard; brede degen; degen; sabel; slagwapen; zwaard wapenkunde
- autre: ander; iemand anders; verder; verdere
- Autre: Overige