French

Detailed Translations for ingrédient from French to Dutch

ingrédient:

ingrédient [le ~] nomen

  1. l'ingrédient (ingrédient de base; part; partie; )
    het onderdeel; de component; het deel; het bestanddeel; het ingrediënt; het basisbestanddeel; het stuk; de element; de fractie

Translation Matrix for ingrédient:

NounRelated TranslationsOther Translations
basisbestanddeel action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base
bestanddeel action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base
component action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base ruche
deel action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base aire de battage; bout; fragment; héritage; morceau; objet hérité; part; participation; partie; portion; ration; reliure; tome; volume; édition
element action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base composant; facteur; élément
fractie action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base fragment; partie
ingrediënt action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base
onderdeel action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base composant; pièce détachée
stuk action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base article; artillerie; beau morceau; bel homme; canon; canons; châssis; comédie; drame; fille du tonnerre; fragment; jolie femme; partie; pièce de théâtre; publication; spectacle; théâtre; tragédie; type épatant
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
stuk abîmé; avarié; brisé; cassé; crevé; dans un état triste; déchiré; défectueux; délabré; détraqué; détérioré; dévoré; en dérangement; en lambeaux; en morceaux; en panne; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; hors d'usage; hors de service; lacéré; rompu; troué; variolé
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
deel mosaïque
element élément

Synonyms for "ingrédient":


Wiktionary Translations for ingrédient:


Cross Translation:
FromToVia
ingrédient ingrediënt; bestanddeel ingredient — substance present in a mixture
ingrédient ingrediënt Ingrediensmeist Plural: Zutat, Inhaltsstoff, besonders in Bezug auf eine Arznei, auf eine zubereitete Speise oder eines Drinks

Related Translations for ingrédient



Dutch

Detailed Translations for ingrédient from Dutch to French

ingrediënt:

ingrediënt [het ~] nomen

  1. het ingrediënt (basisbestanddeel; onderdeel; component; )
    la part; la partie; le composant; l'élément de base; le morceau; la section; le segment; l'ingrédient de base; la fraction; le rayon; l'ingrédient; le membre; la branche; la portion; la catégorie; le groupe parlementaire; la ration; le titre; l'action

Translation Matrix for ingrediënt:

NounRelated TranslationsOther Translations
action basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; aanstellerij; actie; ageren; aktie; claim; daad; eis; handelen; handeling; inwerking; protestbijeenkomst; publieke betoging; taak; toneel; vordering
branche basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk afdeling; bedrijfstak; boomtak; branche; deelsoort; departement; detachement; economische sector; ent; loot; rank; sectie; specialisatie; specialisme; tak; takje; twijg; uitloper; vakgebied; vakgroep; vertakking; zijtak
catégorie basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aard; afdeling; categorie; classificatie; departement; detachement; genre; klasse; kleurcategorie; onderverdeling; prijsklasse; sectie; slag; soort; tak; type
composant basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk element; factor; functie; onderdeel
fraction basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk afdeling; breuk; breukgetal; deeltje; departement; detachement; onderdeeltje; sectie; tak
groupe parlementaire basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk afdeling; departement; detachement; kamerfractie; sectie; tak
ingrédient basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
ingrédient de base basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
membre basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk dimensielid; gildenbroeder; ledemaat; lichaamsdeel; lid; lidmaat
morceau basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; boterham; brok; brokstuk; deel; deeltje; diggel; klompje; klont; klonter; klontertje; klontje; onderdeeltje; part; plak brood; scherf; segment; snee; sneetje; splinter; suikerklontje; wrakstuk
part basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; bijdrage; deel; deeltje; dosis; inbreng; noodrantsoen; onderdeeltje; part; portie; rantsoen; segment
partie basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; afdeling; beurt; brok; deel; departement; detachement; feest; festijn; fractie; gedeelte; gespeel; hoeveelheid; kinderspel; klompje; klont; klontertje; klontje; part; partij; partijtje; party; potje; rondje; sectie; segment; spel; spelletje; stuk; suikerklontje; tak; wedstrijdje
portion basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; aanstellerij; barrels; bijdrage; contributie; deel; delen; dosis; lidmaatschapsgeld; noodrantsoen; part; parten; partjes; portie; porties; rantsoen; segmenten; stukken; toneel
ration basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; deel; part
rayon basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk afdeling; baton; bestuursregio; boekenplank; departement; detachement; divisie; erf; grondgebied; legbord; plank; radiatie; radius; rek; schap; sectie; spaak; spaak van een fietswiel; sprankeltje; staaf; staf; stang; stok; straal; straalbundel; stralenbundel; straling; tak; terrein; territorium; uitstraling; vakgroep; vonkje; wielspaak
section basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk afdeling; alinea; bestuursregio; departement; detachement; divisie; doorsnede; doorsnee; echelon; gebied; geleding; gordel; laag; lid; paragraaf; presentatiesectie; regio; sectie; sectie-indeling; streek; tak; terrein; territorium; vakgroep; zone
segment basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk afdeling; departement; detachement; rekeningcodesegment; sectie; segment; tak
titre basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aanduiding; aanhef; aanstellerij; benaming; benoeming; goudgehalte; graad; hiërarchie; hoofd; kop; kopzin; krantenkop; naam; niveau; opschrift; peil; rang; rangorde; term; titel; toneel; vennootsaandeel; volgorde; waardigheidstitel; wetenschappelijke graad
élément de base basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk grondbestanddeel; hoofdbestanddeel
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
branche branche; branche-element; vertakking; voorwaardelijke branche

Related Words for "ingrediënt":


Wiktionary Translations for ingrediënt:


Cross Translation:
FromToVia
ingrediënt ingrédient ingredient — substance present in a mixture
ingrediënt ingrédient Ingrediensmeist Plural: Zutat, Inhaltsstoff, besonders in Bezug auf eine Arznei, auf eine zubereitete Speise oder eines Drinks

Related Translations for ingrédient