French
Detailed Translations for grand-prince from French to Dutch
grand-prince: (*Using Word and Sentence Splitter)
- grand: groot; uitgebreid; uitvoerig; omstandig; ampel; breedvoerig; hooggespannen; ruim; wijd; geweldig; uitgewerkt; in details; rijzig; overvloedig; ruimschoots; royaal; rijkelijk; scheutig
- prince: prins; kroonprins; troonopvolger; kroonprinses; infante; pretendent; succeseur; troonpretendent; pretendente
Wiktionary Translations for grand-prince:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• grand-prince | → grootvorst | ↔ grand prince — ruler's title |