Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: porc

French and Dutch Search Results for: porc

Summary

French to Dutch: more detail...

porc:
- varken; vuilbek; zwijn
Wiktionary:
- porc → varken, zwijn, varkensvlees, zwijnevlees
- porc → zwijn, varken, slokop, smeerlap, varkensvlees

French

Detailed Translations for porc from French to Dutch

porc:

porc [le ~] nomen

le porc (calomniateur; cochon; salaud; saligaud)
het varken; de vuilbek; het zwijn
- varken [het ~] nomen
- vuilbek [de ~ (m)] nomen
- zwijn [het ~] nomen

Translation Matrix for porc:

Noun	Related Translations	Other Translations
varken	calomniateur; cochon; porc; salaud; saligaud
vuilbek	calomniateur; cochon; porc; salaud; saligaud
zwijn	calomniateur; cochon; porc; salaud; saligaud	clochard; cochon; cochon sauvage; immondices; ordure; polisson; sanglier; vaurien

Synonyms for "porc":

cochon; goret; verrat; pourceau; porcelet; cochonnet; truie; sanglier; laie; marcassin; pécari; phacochère; solitaire

Wiktionary Translations for porc:

porc

noun

Animal
- porc → varken; zwijn; varkensvlees; zwijnevlees

porc

noun

voeding|nld vlees van varkens
- varkensvlees → porc; viande de porc
een varken
- zwijn → cochon; porc

Cross Translation:

From	To	Via
• porc	→ zwijn; varken	↔ pig — mammal of genus Sus
• porc	→ varken; zwijn; slokop	↔ pig — someone who overeats or eats rapidly
• porc	→ zwijn; smeerlap	↔ pig — nasty or disgusting person
• porc	→ varken	↔ pig — dirty or slovenly person
• porc	→ varkensvlees	↔ pork — meat of a pig
• porc	→ smeerlap	↔ swine — contemptible person

Related Translations for porc