French
Detailed Translations for bonnier from French to Dutch
bonnier: (*Using Word and Sentence Splitter)
- bon: lekker; heerlijk; smakelijk; zalig; verrukkelijk; hemels; overheerlijk; kostelijk; reuzelekker; geschikt; bekwaam; capabel; competent; aanlokkelijk; verlokkend; bon; coupon; juist; passend; gepast; adequaat; akkoord; in orde; mee eens; eerlijk; braaf; rechtvaardig; rechtschapen; rechtgeaard; aardig; vriendelijk; aangenaam; behulpzaam; voorkomend; plezierig; attent; hulpvaardig; tof; mild; waardebon; tegoedbon; zachtaardig; goedaardig; goedhartig; zachtmoedig; goeiig; goedmoedig; goedig; zachtzinnig
- nier: ontkennen; loochenen; onderschatten; onderwaarderen; miskennen; te laag inschatten; niet weten te waarderen; tegenspreken; verstoten; weerspreken; in tegenspraak zijn met; refuteren
Wiktionary Translations for bonnier:
Dutch