French
Detailed Translations for glace à l’eau from French to Dutch
glace à l’eau: (*Using Word and Sentence Splitter)
- glace: ijs; bevroren water; spiegel; ijsje; roomijs; consumptie-ijs; ijsjes; consumptieijsjes; spiegelglas; toiletspiegel; kapspiegel; lampenglas
- glacé: ijzig; steenkoud; bitterkoud; geglazuurd; geglaceerd; geglansd; ijskoud; stervenskoud
- A: A; EVERYONE
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- eau: water
- à l'eau: knudde
Wiktionary Translations for glace à l’eau:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• glace à l’eau | → ijs; ijsje | ↔ ice — frozen dessert |
Related Translations for glace à l’eau
Dutch