French
Detailed Translations for être dépassé from French to Dutch
être dépassé: (*Using Word and Sentence Splitter)
- être: verkeren; ergens verkeren; persoon; mens; wezen; individu; sterveling; schepsel; creatuur; zijn
- dépasser: inhalen; passeren; voorbijgaan; voorbijrijden; overtreffen; voorbijstreven; overstijgen; ontgroeien; overbieden; uittorenen; uitrijzen
- dépassé: passé; overschreden; ingehaald; voorbij gestreefd
Spelling Suggestions for: être dépassé
Wiktionary Translations for être dépassé:
être dépassé
verb
-
uit de mode raken
External Machine Translations: