Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: congélateur

French and Dutch Search Results for: congélateur

Summary

French to Dutch: more detail...

congélateur:
- diepvriezer; vriezer; diepvrieskist; vrieskist; vak; vriesvak; diepvrieskast
Wiktionary:
- congélateur → vriezer, diepvries, diepvriezer
- congélateur → vriezer, diepvriezer, diepvries

French

Detailed Translations for congélateur from French to Dutch

congélateur:

congélateur [le ~] nomen

le congélateur (congélateur horizontal; congélation; congélateur vertical)
de diepvriezer; de vriezer; de diepvrieskist; de vrieskist
- diepvriezer [de ~ (m)] nomen
- vriezer [de ~ (m)] nomen
- diepvrieskist [de ~] nomen
- vrieskist [de ~] nomen
le congélateur
het vak; het vriesvak
- vak [het ~] nomen
- vriesvak [het ~] nomen
le congélateur
de diepvrieskast
- diepvrieskast [de ~] nomen

Translation Matrix for congélateur:

Synonyms for "congélateur":

surgélateur; réfrigérateur; cooler; frigidaire; frigorifique; glacière; chambre; conservateur; freezer

Wiktionary Translations for congélateur:

congélateur

noun

appareil domestique destiné à stocker durablement les aliments surgelés ou congelés.
- congélateur → vriezer

congélateur

noun

een toestel bedoeld om voedingsmiddelen in bevroren toestand gebracht te bewaren
- diepvries; diepvriezer → congélateur
een toestel bedoeld om voedingsmiddelen in bevroren toestand gebracht, te bewaren
- vriezer → congélateur

Cross Translation:

From	To	Via
• congélateur	→ vriezer; diepvriezer; diepvries	↔ freezer — stand-alone appliance
• congélateur	→ vriezer	↔ Gefrierschrank — schrankförmiges Großelektrogerät zum einfrieren von verderblichen Waren, meist Lebensmitteln

Related Translations for congélateur