French

Detailed Translations for département from French to Dutch

département:

département [le ~] nomen

  1. le département (division; section; branche; )
    de afdeling; de departement; de detachement; de sectie; de tak
  2. le département (contrée; région; territoire; )
    het gebied; de plaats; de regio; de streek; de landstreek; de gouw; het gewest; het oord
  3. le département (division; section; rayon)
    de departement; bestuursregio
  4. le département (domaine adminstratif; district)
    bestuursgebied; het ambtsgebied
  5. le département (région; province)
    de provincie; het gebied; het gewest; de rayon; het ressort
  6. le département (région; province; arrondissement; )
    de regio; de streek
  7. le département (province; région; domaine; )
    de provincie; het rechtsgebied; de rayon; het ressort; rijksonderdeel; het gebied; het gewest
  8. le département (division; section; branche; )
    de vakgroep; de sectie
  9. le département
    de departement

Translation Matrix for département:

NounRelated TranslationsOther Translations
afdeling branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; ramification; rayon; section; segment; équipe rayon; section
ambtsgebied district; domaine adminstratif; département
bestuursgebied district; domaine adminstratif; département
bestuursregio division; département; rayon; section
departement branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; ramification; rayon; section; segment; équipe juridiction; ministère; ressort
detachement branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; ramification; rayon; section; segment; équipe
gebied contrée; district; domaine; département; province; région; territoire; territoire national arrondissement; circonscription; contrée; domaine; emplacement; emplacement de navigation; lot; lotissement; parcelle; parcelle de terrain; province; région; secteur; section; terrain; terrain à bâtir; zone; étendue
gewest contrée; district; domaine; département; province; région; territoire; territoire national
gouw contrée; district; domaine; département; province; région; territoire
landstreek contrée; district; domaine; département; province; région; territoire
oord contrée; district; domaine; département; province; région; territoire contrée; province; région; zone
plaats contrée; district; domaine; département; province; région; territoire endroit; lieu; place; site
provincie contrée; district; domaine; département; province; région; territoire national province
rayon contrée; district; domaine; département; province; région; territoire national région; secteur; soie artificielle
rechtsgebied contrée; district; domaine; département; province; région; territoire national domaine de droit; juridiction; ressort; territoire d'un juge
regio arrondissement; circonscription; contrée; district; domaine; département; province; région; secteur; section; territoire; zone région; zone de cache
ressort contrée; district; domaine; département; province; région; territoire national
rijksonderdeel contrée; district; domaine; département; province; région; territoire national
sectie branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; province; ramification; rayon; région; section; segment; équipe arrondissement; autopsie; dissection; faubourg; quartier; quartier de la périphérie; rayon; section; section présentation
streek arrondissement; circonscription; contrée; district; domaine; département; province; région; secteur; section; territoire; zone arrondissement; circonscription; contrée; domaine; drôlerie; leurre; niche; piège; province; ruse; région; secteur; section; terrain; tour; zone
tak branche; brigade; catégorie; corps; division; département; détachement; fraction; groupe parlementaire; partie; ramification; rayon; section; segment; équipe branche; branche d'arbre; discipline; ente; greffon; secteur; tige
vakgroep branche; division; département; province; ramification; rayon; région; section
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
rayon secteur de vente

Synonyms for "département":


Wiktionary Translations for département:

département
noun
  1. Partie d’affaires d’état
  2. Unité dans le schéma d’organisation hiérarchique

Cross Translation:
FromToVia
département graafschap county — administrative region of various countries

Related Translations for département



Dutch

Detailed Translations for département from Dutch to French

departement:

departement [de ~] nomen

  1. de departement (afdeling; detachement; sectie; tak)
    le département; la section; la division; la branche; le détachement; l'équipe; la partie; le rayon; le segment; la catégorie; la brigade; le corps; la ramification; le groupe parlementaire; la fraction
  2. de departement (bestuursregio)
    le département; la division; la section; le rayon
  3. de departement (ministerie)
    le ministère
  4. de departement (rechtsgebied; jurisdictie)
    le ressort; la juridiction

departement [de ~] nomen

  1. de departement
    le département

Translation Matrix for departement:

NounRelated TranslationsOther Translations
branche afdeling; departement; detachement; sectie; tak basisbestanddeel; bedrijfstak; bestanddeel; boomtak; branche; component; deel; deelsoort; economische sector; element; ent; fractie; ingrediënt; loot; onderdeel; rank; sectie; specialisatie; specialisme; stuk; tak; takje; twijg; uitloper; vakgebied; vakgroep; vertakking; zijtak
brigade afdeling; departement; detachement; sectie; tak brigade
catégorie afdeling; departement; detachement; sectie; tak aard; basisbestanddeel; bestanddeel; categorie; classificatie; component; deel; element; fractie; genre; ingrediënt; klasse; kleurcategorie; onderdeel; onderverdeling; prijsklasse; slag; soort; stuk; type
corps afdeling; departement; detachement; sectie; tak anatomie; casco; corps; hoofdtekst; korps; korpus; lichaam; lijf; lijken; menselijk lichaam; scheepsromp
division afdeling; bestuursregio; departement; detachement; sectie; tak conflict; disharmonie; divisie; gespletenheid; maken van onderscheid; onderscheiding; onenigheid; opdeling; scheuring; schisma; sectie; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; vakgroep; verdeeldheid; verdeling; vete
département afdeling; bestuursregio; departement; detachement; sectie; tak ambtsgebied; bestuursgebied; gebied; gewest; gouw; landstreek; oord; plaats; provincie; rayon; rechtsgebied; regio; ressort; rijksonderdeel; sectie; streek; vakgroep
détachement afdeling; departement; detachement; sectie; tak afhaken; afkoppelen; afkoppeling; detacheren; ontkoppeling
fraction afdeling; departement; detachement; sectie; tak basisbestanddeel; bestanddeel; breuk; breukgetal; component; deel; deeltje; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; onderdeeltje; stuk
groupe parlementaire afdeling; departement; detachement; sectie; tak basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; kamerfractie; onderdeel; stuk
juridiction departement; jurisdictie; rechtsgebied berechting; jurisdictie; jurisprudentie; recht; rechtsbevoegdheid; rechtscollege; rechtsgebied; rechtspleging; rechtspraak
ministère departement; ministerie ministerie
partie afdeling; departement; detachement; sectie; tak aandeel; basisbestanddeel; bestanddeel; beurt; brok; component; deel; element; feest; festijn; fractie; gedeelte; gespeel; hoeveelheid; ingrediënt; kinderspel; klompje; klont; klontertje; klontje; onderdeel; part; partij; partijtje; party; potje; rondje; segment; spel; spelletje; stuk; suikerklontje; wedstrijdje
ramification afdeling; departement; detachement; sectie; tak aftakking; driesprong; loot; sectie; splitsing; takje; twijg; vakgroep; vertakking; wegsplitsing
rayon afdeling; bestuursregio; departement; detachement; sectie; tak afdeling; basisbestanddeel; baton; bestanddeel; boekenplank; component; deel; divisie; element; erf; fractie; grondgebied; ingrediënt; legbord; onderdeel; plank; radiatie; radius; rek; schap; sectie; spaak; spaak van een fietswiel; sprankeltje; staaf; staf; stang; stok; straal; straalbundel; stralenbundel; straling; stuk; terrein; territorium; uitstraling; vakgroep; vonkje; wielspaak
ressort departement; jurisdictie; rechtsgebied aandrift; arrondissement; daadkracht; doortastendheid; energie; esprit; fut; kracht; momentum; puf; rechtsgebied; springveer; weerbaarheid; werklust
section afdeling; bestuursregio; departement; detachement; sectie; tak afdeling; alinea; basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; divisie; doorsnede; doorsnee; echelon; element; fractie; gebied; geleding; gordel; ingrediënt; laag; lid; onderdeel; paragraaf; presentatiesectie; regio; sectie; sectie-indeling; streek; stuk; terrein; territorium; vakgroep; zone
segment afdeling; departement; detachement; sectie; tak basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; rekeningcodesegment; segment; stuk
équipe afdeling; departement; detachement; sectie; tak elf; elftal; equipe; partij; ploeg; team; voetbalelftal
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
branche branche; branche-element; vertakking; voorwaardelijke branche
équipe team

Related Words for "departement":


Wiktionary Translations for departement:

departement
noun
  1. Partie d’affaires d’état

Cross Translation:
FromToVia
departement ministère ministry — government department