Summary
French to Dutch: more detail...
-
donner naissance à:
-
Wiktionary:
donner naissance à → voortbrengen
-
Wiktionary:
French
Detailed Translations for donner naissance à from French to Dutch
donner naissance à: (*Using Word and Sentence Splitter)
- donner: geven; aangeven; afgeven; overgeven; overhandigen; aanreiken; toesteken; aanbieden; reiken; schenken; doneren; verstrekken; verlenen; vergeven; weggeven; wegschenken; gunnen; gunst verlenen; presenteren; declareren; offreren; zich melden; toevoeren; zich aanmelden; toedragen; zich opgeven; uithuwelijken; toebrengen; ten huwelijk geven; uithuwen
- naissance: geboorte; bevalling; verlossing
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
Wiktionary Translations for donner naissance à:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• donner naissance à | → voortbrengen | ↔ engender — to bring into existence, cause |